Op 29 januari 1616 rondde De Eenhoorn onder bevel van Willem Schouten een tot dan toe onbekende kaap. Schouten noemde deze naar zijn geboorteplaats Hoorn. Deze expeditie, opgezet om een nieuwe doorvaart naar Oost-Indië te vinden, was aanleiding voor een tientallen jaren durende juridische strijd tussen de gerenommeerde Verenigde Oost-Indische Compagnie, en de Australische Compagnie. Deze laatste won deze strijd uiteindelijk, maar het was een Pyrrusoverwinning: de Australische Compagnie kwam niet verder dan deze ene expeditie, terwijl de VOC een enorme handelsorganisatie werd. Dit leidde tot grote welvaart in de Nederlanden, waardoor wij de tijd nu de Gouden Eeuw noemen. In het kielzog van de handel bloeide enkele tientallen jaren later ook het culturele leven in Holland op.

Belangrijk voor het muziekleven in de Nederlanden was de komst van (muziek)uitgever Estienne Roger naar Amsterdam. Hij drukte – vaak als eerste – onder meer composities van Corelli (1653–1713) en Vivaldi (1678–1741) op een manier die toonaangevend was en hoog geschat werd. De Italiaanse vioolvirtuoos en componist Locatelli (1695–1764) woonde het grootste deel van zijn leven in Amsterdam. Hellendaal (1721– 1799) en Carolus Hacquart (ca. 1640–1701) werden beiden geboren in de Lage Landen. De laatste leefde ongeveer een halve eeuw eerder dan de andere componisten en is daarmee de meest authentieke Gouden Eeuwer van het programma. Van alle componisten spelen wij sonates en concerti grossi, met vaak solistische rollen voor de verschillende strijkinstrumenten.